Fokregelement DHCN

Fokbeleid

De Raad van Beheer is bezig invulling te geven aan de verantwoordelijkheid voor het welzijn van honden door een fokbeleid voor alle rashonden te ontwikkelen. Ze doet dit samen met de rasverenigingen om zo gezamenlijk de gezondheid, het gedrag en het welzijn van rashonden te bevorderen.

Veel rasverenigingen werken zelf ook al aan de bevordering van gedrag, gezondheid en welzijn van het eigen ras. Ze hebben een fokreglement dat is toegesneden op de situatie binnen het ras.

De Raad van Beheer heeft samen met de rasverenigingen een raamwerk ontwikkeld om meer eenduidigheid hierin aan te brengen. Voor de invulling van dit raamwerk en dus het rasspecifieke fokreglement blijft elke rasvereniging wel afzonderlijk verantwoordelijk.

Ook de DHCN ondersteund met een kritische blik deze stappen, vooral met het uitgangspunt de ombuiging van "mooi" naar "gezond" te propageren.

Het fokbeleid van de Raad van Beheer stoelt op twee pijlers:

Basis Reglement Stambomen (BRS): dit zijn algemene regels van de Raad van Beheer voor het fokken van rashonden. Ze gelden voor alle fokkers van rashonden. Deze regels zijn opgenomen in het Kynologisch Reglement. Overtreding ervan levert een sanctie voor de fokker op.
Rasspecifiek Fok Reglement (RFR): dit is een fokreglement dat elke rasvereniging voor het eigen ras maakt. Deze fokreglementen zijn toegesneden op de specifieke situatie binnen het eigen ras. De Raad van Beheer gaat samen met de rasverenigingen fokkers stimuleren zich aan het rasspecifieke fokreglement te houden.
Het RFR van de Duitse Herder Club Nederland is volledig afgestemd op de laatste gegevens, opgesteld bij de Raad van Beheer.

Rasspecifiek Fokreglement DHCN Oudduitse Herder & Duitse Herder Langstokhaar13-04-14 versie 3

1. ALGEMEEN
1.1. Het Rasspecifiek Fokreglement voor het ras Oudduitse Herder/Duitse Herder Langstokhaar beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van de diverse variëteiten van het ras Duitse Herder zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de rasvereniging voor de Duitse Herder Club Nederland. Inhoudelijke aanpassingen van dit rasspecifiek fokreglement kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de DHCN.
1.2. Dit Rasspecifiek Fokreglement geldt voor alle fokkers van de rasverenging voor de Duitse Herder Club Nederland.

2. FOKREGELS
2.1. Verwantschap: Beide ouderdieren mogen niet met elkaar in relatie staan als: ouder-kind, (half)broer-(half)zuster en/of als grootouder- kleinkind.
2.2. Herhaalcombinaties: De combinatie van dezelfde reu en teef (dezelfde oudercombinatie) is maximaal driemaal toegestaan.
2.3. Minimum leeftijd reu: De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 12 maanden zijn, tevens dient de reu fokgeschikt verklaard te zijn.
2.4. Aantal dekkingen: Geen beperking bij reuen. (Er geldt geen beperking voor het aantal nesten dat de reu per jaar dan wel in zijn leven middels dekkingen voortbrengt).
2.5. Cryptorchide en monorchide: Cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: Voor buitenlandse dekreuen is toestemming van de Fok Advies Commissie nodig, tenzij aangetoond kan worden dat zij voldoen aan de dezelfde voorwaarden als de Nederlandse dekreuen.
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende dekreuen): Voor KI gelden dezelfde regels als voor een normale dekking en zijn er geen speciale regels van toepassing.
2.8. Kunstmatige inseminatie (sperma van overleden dekreuen): Als een gecertificeerde fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een overleden dekreu, dan gelden daarvoor geen speciale regels.

3. WELZIJNSREGELS
3 3.1. Minimum leeftijd teef: De teef mag op het tijdstip van de dekking niet jonger zijn dan 18 maanden, tevens dient de teef fokgeschikt verklaard te zijn.
3.2. Maximum leeftijd teef: De teef mag niet worden gedekt na de dag waarop zij 96 maanden oud wordt.
3.3. Maximum leeftijd 1e dekking teef: De teef mag bij de dekking voor het eerste nest niet ouder zijn dan 72 maanden. Boven de leeftijd van 60 maanden wordt geadviseerd de teef door een dierenarts te laten keuren.
3.4. Periodiciteit nesten: Een teef mag in een periode van 24 maanden maximaal twee nesten hebben, waarbij de periode tussen de dekking van het eerste nest en van het tweede nest minimaal 10 maanden moet zijn. De periode van 24 maanden start op de datum waarop de dekking voor het eerste van de twee binnen deze periode geboren nesten heeft plaatsgevonden.
3.5. Aantal nesten: Een teef mag gedurende haar leven maximaal vijf nesten krijgen.
3.6 Natuurlijk werpen: De geboorte moet plaatsvinden langs de natuurlijke weg. Indien er twee maal een geboorte plaats vindt via keizersnede dan mag de teef niet meer gebruikt worden voor de fokkerij.

4. GEZONDHEIDSREGELS
4.1. Gezondheidsonderzoek ouderdieren: Gezondheidsonderzoeken van ouderdieren moeten plaatsvinden door een praktiserend dierenarts kleine huisdieren conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen. Uitslagen van gezondheidsonderzoeken dienen te worden gemeld bij het secretariaat van de vereniging.
4.2 Herbeoordeling/heroverweging gezondheidsonderzoek: Indien de eigenaar zich niet kan vinden in uitslag van het gezondheidsonderzoek, kan er een herbeoordeling/heroverweging plaatsvinden. Tijdens deze heroverweging blijft de gezondheidsuitslag van het eerste onderzoek geldend.
4.3. Verplichte onderzoeken: Op basis van onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren worden onderzocht:
4.3.1 Heupdysplasie: Ouderdieren moeten conform het onderzoeksprotocol zijn onderzocht op heupdysplasie waarbij de volgende combinaties zijn toegestaan: A x A ; A x B ; A x C en B x B.
4.3.2 Elleboogdysplasie: Ouderdieren moeten conform het onderzoeksprotocol van de Raad van Beheer zijn onderzocht op elleboogdysplasie waarbij de volgende combinaties zijn toegestaan: ED Grensgeval of ED-graad 1 X ED vrij en ED vrij X ED vrij.
4.3.7 Blauwgen: De ouderdieren mogen niet beiden drager van het blauwgen zijn.
4.4. Epilepsie: Rashonden die lijden aan epilepsie mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet.

5. GEDRAGSREGELS 5.1. Karaktereisen: Beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen. Met dieren die lijden aan agressiviteit, angst of nervositeit mag niet worden gefokt. Om dit te kunnen vaststellen dienen de dieren met goed gevolg een MAG-test of een gelijkwaardige test op angst of agressief bijtgedrag te hebben afgelegd. Deze test is een onderdeel van de aankeuring.

6. vervallen

7. EXTERIEURREGELS
7.1. Algemeen: Beide ouderdieren dienen aan de rasstandaard van de DHCN te voldoen.
7.2. Kwalificatie: Fokdieren moeten na het behalen van de leeftijd van 12 maanden een fokgeschiktheids aankeuring georganiseerd door de DHCN hebben ondergaan. Ook moeten zij na het behalen van de leeftijd van 12 maanden op een georganiseerde show de kwalificatie ‘Goed’, ‘Zeer Goed’ of ‘Uitmuntend’ hebben behaald. De beoordeling wordt schriftelijk vastgelegd middels een DHCN keurrapport. Deze fokgeschiktheid wordt definitief als de FAC over alle bescheiden beschikt, pas dan zal voor het fokdier een DHCN Certificaat van Fokgeschiktheid afgegeven worden. Indien de hond de vereiste kwalificatie niet behaald heeft mag de hond eenmaal voor herbeoordeling worden aangeboden. Reeds elders aangekeurde fokdieren kunnen om overschrijving van het fokcertificaat vragen. De eerder afgegeven fokgeschiktheid wordt dan door de FAC getoetst. Bij twijfel wordt er een herkeuring aangeboden. Deze herkeuring zal bepalen of de eerder afgegeven fokgeschiktheid (welke bij een andere vereniging heeft plaats gevonden) wordt overgenomen. Bij akkoord wordt er een aangepast DHCN Fokgeschiktheid Certificaat afgegeven. Indien het gedrag niet beoordeeld is in het oorspronkelijk document, wordt dit expliciet aangegeven.

8.FOKADVIES EN INFO
8.1. Een fokreu of fokteef krijgt, nadat hij/zij aan alle voorwaarden heeft voldaan en alle benodigde gezondheidsonderzoeken zijn afgerond, een DHCN Certificaat van Fokgeschiktheid.
8.2. Om een goede fokadvisering mogelijk te maken is het de verantwoordelijkheid van de fokker de FAC te informeren over elke voorgenomen combinatie, dekking, drachtigheid en geboorte waarvan een reu of teef in hun eigendom een ouderdier is.
8.3. De fokker verleent medewerking aan een nestbezoek.
8.4. Uiterlijk 2 maanden na de verkoop van het nest verstrekt de fokker schriftelijk de namen en adressen van alle eigenaars en overige gegevens van de pups. Ook adreswijziging van de koper(s) moet, indien bekend, worden doorgegeven.
8.5. Indien er bij de dekking twijfel bestaat over de combinatie, dient van de betrokken dieren middels een DNA test de juiste afstamming te worden vastgesteld. Zonder deze DNA gegevens wordt geen stamboom afgegeven.
8.6. Het in artikel 8.2 bedoelde advies wordt binnen een maand na ontvangst met motivering aan de fokker afgegeven.
8.7. Vermelding van een kennel of kennelwebsite in het clubblad of op de website van de vereniging staat alleen open voor leden die fokken onder de vlag van de DHCN.

9. REGELS AFGIFTE PUPS
9.1. Ontwormen en enten: De fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Europees Dierenpaspoort.
9.2. Aflevering pups: De pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 7 weken. De pups dienen schoon, voldoende op gewicht en voor de leeftijd goed gesocialiseerd te zijn.

10. PUPINFORMATIE De pup informatie is een dienstverlening van de vereniging aan de fokkers met als doel de kopers via de verschillende variëteiten te informeren dat de fokkers voldaan hebben aan het fokreglement.
10.1. Pup informatie wordt alleen verstrekt over nesten waarvan aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan.
10.1.1. De FAC is door de fokker in het bezit gesteld van de schriftelijke stukken waaruit blijkt dat volledig is voldaan aan dit reglement, zoals de geboortemelding met alle bescheiden die horen bij de oudercombinatie.
10.1.2. De fokker op het moment van aanvraag lid is van de DHCN.
10.1.3. De fokker heeft voldaan aan zijn verplichtingen samenhangend met dat lidmaatschap.
10.1.4. De door de vereniging vastgestelde kosten voor het verlenen van pupinformatie door de fokker is voldaan.
10.2. De dekmelding wordt gepubliceerd tot aan de geboorte van het nest. Daarna wordt de tekst aangepast als geboortemelding.
10.3. 10 weken na de geboorte gaan de pups automatisch van de pup informatielijst af.

11. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
11.1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur van de rasvereniging.
11.2. Als voorzien kan worden dat zich meer vergelijkbare gevallen zullen voordoen zal het bestuur van de DHCN zorgen voor aanvulling van dit Rasspecifiek Fokreglement.
11.3. Zowel door de leden als door het bestuur van de vereniging kunnen ten aanzien van dit reglement wijzigingen worden voorgesteld. De aanpassingen behoeven goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering van de vereniging of van een in de statuten en huishoudelijk reglement van de rasvereniging anders bepaald orgaan of anders bepaalde commissie.
11.4. Dit reglement is niet van toepassing op de inschrijving van honden die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
11.5. Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.

12. INWERKINGTREDING
12.1. Dit Rasspecifiek Fokreglement treedt in werking op de eerste bestuursvergadering van de DHCN, te weten op 12-11-2010.
12.2. De DHCN schouwt dit document regelmatig om het aangepast aan de tijd te houden. Eventuele wijzigingen zullen volgens de statuten en/of het huishoudelijk reglement worden behandeld.

Bron:DHCN site

  •